
Een penis van een walvis, de niersteen die Jan Jansz. de Doot zelf uit zijn lichaam sneed, en het lichaam van een vrouw die als man door het leven ging—de Rotterdamse anatomiekamer was in de 18e eeuw een verzamelplaats van het bizarre en het wonderlijke. Toen ik onlangs de catalogus uit 1740 verwierf, stapte ik een wereld binnen waarin wetenschap, sensatie en gruwel nauw met elkaar verweven waren.
Verdeeld over diverse kamers en kasten beschrijft de catalogus niet minder dan 573 objecten. De collectie bevatte mineralen, krokodillen, haaien, menselijke lichaamsdelen, zwaardvissen, schildpadden, de lichamen van geëxecuteerde criminelen, Siamese tweelingen, doodgeboren kinderen, een schoen van de Reus van Lekkerkerk (Gerrit Bastiaansz de Hals, 1620-1668), etc.
Een van de meest intrigerende objecten uit de collectie was het lichaam van Aal de Dragonder. Aal was een soldaat (een dragonder) die ergens vóór 1710 bij een vechtpartij werd doodgestoken. Na haar dood werd ontdekt dat zij een vrouw in mannenkleren was. Haar lichaam werd gedoneerd aan de Rotterdamse anatomiekamer. Daar werd zij in twee delen tentoongesteld; haar huid en geraamte werden apart geprepareerd.
Op pagina vijf, nummer 22, beschrijft de catalogus haar opgezette huid: "Aal de Dragonder, staande in 't Vel"; en op pagina 17, nummer 34, "Het geraamte van Aal de Dragonder, zittende op het voorn. Paard, met een Mes in de Handt".
De verzameling viel in 1828 uiteen. Wat er met het lichaam van Aal is gebeurd, blijft onduidelijk. Andere objecten uit de anatomiekamer zijn tegenwoordig te vinden in openbare collecties. Zo bezit het Museum Rotterdam de schoen van de Reus van Lekkerkerk.
Comentários